Genrewissel. Nooit doen. Of… toch wel? En waarom ijs verkopen zo’n slecht idee niet is.

Door Marlen Visser

Schoenmaker, blijf bij je leest. Of, in hedendaagse termen: bewaak je merkidentiteit. Dat geldt ook voor schrijvers. Wanneer je wil dat je boeken worden opgemerkt, is het belangrijk dat je tot op zekere hoogte ‘voorspelbaar’ bent als schrijver. Dat lezers weten wat je te bieden hebt. Bij voorkeur word je als schrijver een herkenbaar merk, vinden ook uitgevers. Immers, als lezers je werk waarderen zullen ze soortgelijke verhalen willen lezen. 

Dat is allemaal (een beetje) waar. Ware het niet dat de uitzondering de regel bevestigt. Als jouw bakker normaalgesproken alleen brood bakt, maar op een zeker moment in het weekend vers schepijs verkoopt, dan word je toch nieuwsgierig (althans, ik wel). Gaat die bakker vaker ijs verkopen en is het ook nog van goede kwaliteit, dan bestaat de kans dat dit de echte ijsliefhebbers ter ore komt, en dat zij ook langskomen voor een hoorntje met stracciatella. Grote kans dat ze meteen het halfje meergranenbrood meenemen voor de volgende ochtend. 

Zo kan het ook gaan met schrijvers. Natuurlijk zijn er schrijvers die zeer merkvast zijn. Denk aan de boeken van Suzanne Vermeer (altijd vakantiethrillers) of de boeken van Carry Slee (altijd voor de jeugd). Zij zijn er groot mee geworden en hebben een constant publiek. Maar toch, ik houd als lezer van afwisseling. Ik lees regelmatig thrillers, met name van mijn Nederlandse collega’s, maar ook romans en non-fictie. En als schrijver houd ik eveneens van afwisseling, heb ik gemerkt. 

Na twee thrillers kreeg ik de kans om een Storytel Original te schrijven, een luisterserie in opdracht van Storytel. Het genre? Niet per se een thriller. ‘Latte Macchiato’ is eerder een spannende feelgood, waarin, oké, ook wel een dode valt (of waren het er twee?). Het volgende boek was weliswaar weer een thriller (‘Noodlot’), maar daarna schreef ik als journalist, -naast mijn artikelen- een aandoenlijke verhalenserie vanuit het perspectief van een lapjeskat, Koosje. De redactie van de krant kreeg zo veel positieve reacties van kattenbaasjes en zelfs van hun katten 😉, dat we besloten dat Koosje een eigen boek moest krijgen.

Rond dezelfde tijd was ik met Ginger, mijn dochter, aan het filosoferen waarover mijn eerstvolgende boek zou moeten gaan. Vrijwel direct zei ze ‘lachgas’. Ik vond dat een top-idee en gezien het onderwerp moest dit natuurlijk een young adult worden. 

En zo gebeurde het dat afgelopen maand binnen twee weken twee nieuwe boeken verschenen: ‘Kat in de Stad’, een feelgood-boek met Koosje in de hoofdrol (let op, over merken gesproken, Koosjes fanbase op Instagram groeit snel). En ‘Verraderlijk Patroon’, een spannend verhaal over Luca (18), die nieuwe vrienden krijgt die regelmatig lachgas gebruiken. 

Verwarrend voor de lezer, al die genres? Mijn ervaring is inmiddels dat dat niet het geval is. Lezers beoordelen elk boek op zijn inhoud, los van het genre, en willen gewoon een verhaal in getrokken worden. Sterker nog, lezers die ‘Kat in de Stad’ hebben gelezen, bestellen daarna ‘Verraderlijk Patroon’ of ‘Noodlot’. Ook mijn eerste twee thrillers ‘Stem’ en ‘Meesterdeal’ zijn door dit alles weer meer in beeld. 

Natuurlijk komt er ook weer een thriller van mijn hand, dat blijf ik een uitdagend genre vinden. Maar tegelijkertijd heb ik een aansprekend onderwerp in  gedachten waarvan ik vind dat het in een roman hoort. Merkidentiteit is één. Elke dag brood van goede kwaliteit heeft veel waarde. Maar af en toe een ijsje maakt het leven nog leuker. 

Dat ik hierin niet alleen sta, bleek recent binnen ons Moordwijven-collectief: Anya Niewierra heeft samen met haar dochter een feelgood dagboekroman (‘Ook dat nog’) geschreven, Isa Maron schreef een duister horrorverhaal en Liesbeth van Kempen legt zich tegenwoordig toe op cosy crime, een heerlijk sub-genre binnen het thrillerspectrum. Collega Ingrid Oonincx houdt het vooralsnog bij thrillers. Dat snap ik. Ze schrijft er nu een waarvan je nachten lang Wakker ligt…

6 Replies to “Genrewissel. Nooit doen. Of… toch wel? En waarom ijs verkopen zo’n slecht idee niet is.”

  1. Ik ben het helemaal met je eens dat verschillende genres zeker mogelijk is, misschien kan niet iedereen dat, maar dat is een ander verhaal. Marion Pauw en Esther Verhoef hebben ook een paar prachtige romans op hun naam, zelf denk ik dat er meer voorbeelden zijn van thrillerschrijvers die ander genres ook goed kunnen schrijven dan andersom.

  2. Wisselen is geen probleem, volgens mij. Ik schrijf thrillers en non-fictie. En soms een combinatie van beide. Mijn ervaring is dat lezers vooral van je schrijfstijl houden (of niet, natuurlijk). Dat is je ‘merk’. Op basis daarvan word je al dan niet gelezen.

  3. Ik houd van jouw stijl. Het genre maakt niet eens zoveel uit, denk ik. Als het maar een hoog Marlengehalte blijft bevatten, eet ik uit jouw hand. Of het nou brood of ijs is…

  4. Ik hou van een bepaalde schrijfstijl, vlot, humoristisch, relativerend en soms out-of-the-box denkend.
    Het onderwerp moet aanspreken (zo hou ik persoonlijk niet van streekromans, historische romans en liefdesromans zoals boy meets girl)
    En verder, als ik een bepaalde auteur eenmaal omarmd heb, blijf ik al diens boeken lezen. Soms valt dat dan een keertje tegen, om bovenstaande redenen.
    Maar ik denk dat wanneer een auteur zijn/haar stijl trouw blijft, de lezers ook trouw blijven.
    En een nieuw boek altijd zullen proberen van hun favoriet.

  5. Ik ben ook verschillende keren van genre gewisseld: roman, thriller met SF-randje, misdaadroman, kort verhaal en binnenkort weer een roman. Ik laat het genre afhangen van het onderwerp dat ik bedacht heb. Je kunt bij het ene genre ook profijt hebben van je ervaring met het andere.

  6. Doe wat je wilt. Je bent een auteur en waarom zou je niets anders mogen schrijven? Dat gedoe met genres, schrijf lekker wat je wilt. Je schrijfwijze komt toch wel naar voren, compliment.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Even geduld...

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.